21 februari 2019
Op maandagmorgen belt mevrouw de Beer met het Steunpunt. Zij wil graag een afspraak maken om zaken door te nemen aangaande haar uitvaart.
Een week later bel ik aan bij een klein boerderijtje waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Achter de voordeur hoor ik geblaf. Mevr de Beer opent de deur met in haar kielzog een enthousiast hondje. Dit blijkt Puk te zijn. Mevr vraagt mij om haar met haar voornaam Lien aan te spreken.
Wanneer we aan de koffie zitten vertelt Lien dat zij en haar broer Piet altijd in het ouderlijk huis zijn blijven wonen. Dat is gewoon zo gelopen, geeft ze aan. Ze is blij dat ze daardoor haar ouders tot het laatst toe thuis heeft kunnen verzorgen. Vorig jaar is ook Piet overleden.
Lien vult haar dagen met puzzelen, lezen en werken in de moestuin.
Omdat haar leven altijd in het teken van de boerderij, haar ouders en later haar broer heeft gestaan heeft ze weinig sociale contacten. En dát is wat haar zorgen baart, hoe moet het nou allemaal wanneer ik er straks niet meer ben? Wie regelt mijn uitvaart? Hoe moet het dan met Puk? Wie regelt alles wat daarna nog komt? Lien is 64 jaar en verder goed gezond, maar het gaat haar allemaal steeds meer bezighouden en soms heeft ze er slapeloze nachten van.
Het is niet de eerste keer dat iemand dergelijke gedachten met me deelt. Helaas zullen veel mensen de situatie van Lien herkennen.
Om te beginnen bespreken Lien en ik de wensen die te maken hebben met haar uitvaart. Ik help Lien e.e.a. vast te leggen in een Wensenboekje. Dit kan ze bewaren bij haar papieren.
Ik vraag haar of er iemand in haar omgeving of familie is aan wie ze deze wensen wil en kan toevertrouwen. Hier komt ze niet meteen uit en we spreken af dat ze erover na zal denken.
Lien heeft geen testament en ik leg uit wie in de huidige situatie haar erfgenamen zullen zijn. Dit zijn allemaal verre familieleden met wie geen contact is en dát idee staat Lien zeker niet aan. Ik leg uit dat ze in een testament kan laten vastleggen wie dan wél haar erfgenamen zullen zijn en wijs erop dat ze ook één of meer Goede Doelen kan benoemen. Ook kan ze in een testament aangeven wat er met Puk dient te gebeuren. Lien hoeft niet lang na te denken en zegt dan ze alles wil nalaten aan de Dierenbescherming. Ze is opgegroeid met dieren en het geeft haar ook het vertrouwen dat er goed voor Puk gezorgd zal gaan worden.
Lien zal een afspraak met een notaris gaan maken.
Twee weken later neem ik nog eens contact op met Lien. Het testament is in de maak en Lien heeft een buurvrouw bereid gevonden om in het geval van haar overlijden de uitvaart te zullen regelen. De buurvrouw weet inmiddels waar de papieren liggen. Lien heeft verder contact gehad met de Dierenbescherming en deze hebben haar verzekerd dat er voor Puk een goed thuis gezocht zal worden na overlijden van Lien. Ook zal de Dierenbescherming als executeur de nalatenschap afwikkelen.
Lien zegt dat haar zorgen zijn weggenomen en dat ze erg blij is dat alles nu geregeld is.
*Gebruikte namen zijn fictief*